Rechtspraak
GEMA v. OpenAI: Duitse rechtbank zet punt achter ongelicentieerde generatieve AI-training
Redactie
Op 29 september 2025 vond in München een zitting plaats die weleens het keerpunt in de discussie over generatieve AI en auteursrecht kan worden. OpenAI stond terecht tegenover de Duitse muziek-auteursrechtenorganisatie GEMA, die het bedrijf beschuldigt van ongeoorloofd gebruik van songteksten bij de training van ChatGPT. De rechtbank laat weinig twijfel bestaan: in haar voorlopige beoordeling is OpenAI aansprakelijk voor auteursrechtinbreuk, en bieden de uitzonderingen voor tekst- en datamining (TDM) geen dekking voor de grootschalige training van generatieve modellen.
Feiten en achtergrond
De klacht van GEMA werd in november 2024 ingediend tegen OpenAI Ireland Ltd. en de Amerikaanse moedermaatschappij OpenAI L.L.C. GEMA vertegenwoordigt ruim 100.000 Duitse componisten en tekstschrijvers en meer dan twee miljoen rechthebbenden wereldwijd. Volgens de organisatie kan ChatGPT bij eenvoudige prompts complete teksten, inclusief refreinen en coupletten, reproduceren, wat erop wijst dat beschermde songteksten tijdens de trainingsfase zonder licentie zijn gekopieerd.
De rechtbank behandelde de zaak op 29 september 2025 in de auteursrecht-gespecialiseerde 42e civiele kamer, onder leiding van rechter Dr. Elke Schwager. GEMA stelde schending van zowel auteursrechtelijke gebruiksrechten als persoonlijkheidsrechten van de betrokken auteurs. OpenAI verweerde zich door te stellen dat ChatGPT alleen statistische patronen analyseert. Dit zou betekenen dat het bedrijf zich kan beroepen op de TDM-beperkingen uit de DSM-richtlijn 2019/790 (art. 3 en 4).
Voorlopige beoordeling van de rechtbank
De rechtbank gaat uitvoerig in op de werking van taalmodellen op basis van de Transformer-architectuur. Volgens haar voorlopige beoordeling valt de interne verwerking van trainingsdata binnen ChatGPT onder het begrip ‘reproductie’ in de zin van artikel 2 van de InfoSoc-richtlijn (2001/29/EG). Dat begrip omvat ook tijdelijke of indirecte kopieën; het feit dat zulke stappen niet rechtstreeks door mensen waarneembaar zijn, doet daar niet aan af. De rechtbank gaat niet in op de tijdelijke-reproductie-uitzondering van artikel 5 InfoSoc, maar uit haar redenering volgt dat de interne kopieën van OpenAI verder gaan dan de technische, voorbijgaande reproducties die deze bepaling beoogt te dekken.
Ook de beperkingen voor tekst- en datamining (TDM) bieden geen soelaas. De rechtbank erkent dat deze bepalingen in principe ook de training van generatieve AI-modellen kunnen omvatten, maar alleen als de training zuiver analytisch van aard is. Zodra een model, zoals ChatGPT, gedeelten van zijn trainingsdata letterlijk kan reproduceren, is er sprake van memorisatie, en vervalt de uitzondering. Dergelijke memorisatie raakt namelijk rechtstreeks aan de exploitatiesfeer van rechthebbenden.
De rechtbank verwijst naar overweging 18 van de DSM-richtlijn, waarin wordt benadrukt dat rechthebbenden ten aanzien van tekst- en datamining, zolang de beperkingen niet van toepassing zijn, het recht behouden om licenties te verlenen. Dat geldt hier dus ook. Daarmee volgt de rechtbank grotendeels het betoog van GEMA.
De stelling van GEMA dat ook de persoonlijkheidsrechten van auteurs zouden worden aangetast, wegens vervormde en foutieve reproducties, overtuigt de rechtbank dan weer niet. Zij beschouwt dit onderdeel als ondergeschikt aan de kernvraag over auteursrechtelijke exploitatie. Wel benadrukt de rechtbank dat OpenAI, gezien haar centrale rol in de dataselectie en de werking van het model, zelf verantwoordelijk blijft voor de openbaarmaking van beschermde teksten via ChatGPT. De aanbieder kan aansprakelijkheid voor eventuele inbreuken dus niet afwentelen op eindgebruikers.
De juridische kern: de grenzen van de TDM-beperking
De procedure raakt de kern van het Europese auteursrecht in het AI-tijdperk. De TDM-bepalingen in artikelen 3 en 4 DSM-richtlijn bieden ruimte voor geautomatiseerde analyse van beschermde werken. Artikel 3 geldt voor wetenschappelijk onderzoek; artikel 4 staat commerciële toepassingen toe zolang de rechthebbende geen opt-out heeft ingesteld.
Wat in theorie een balans moet zijn tussen innovatie en bescherming, blijkt in de praktijk een juridisch grijs gebied met veel onbeantwoorde vragen. De Hamburgse zaak Kneschke v. LAION bood een eerste aanknopingspunt: dataset-creatie voor onderzoeksdoeleinden mag (ondanks samenwerking met commerciële partijen). De Münchense rechtbank trekt nu een andere duidelijke grens: generatieve AI-training die leidt tot letterlijke of substantiële reproductie, valt buiten de uitzonderingen, ongeacht de toepassing van de opt-out. Samen vormen de zaken de eerste contouren van een Europees auteursrechtelijk kader in het AI-tijdperk.
Beleidsmatige echo uit Brussel
De Duitse lezing sluit naadloos aan bij de koers die het Europees Parlement onlangs uitstippelde in een rapport over auteursrecht en generatieve AI. Het rapport stelt in de kern dat de huidige TDM-regeling niet is toegesneden op commerciële AI-training, en dat de opt-outregeling in de praktijk nauwelijks functioneert. AI-bedrijven kunnen niet goed controleren welke werken zijn uitgesloten, en makers hebben geen effectief middel om hun content te beschermen. Bovendien verdienen AI-bedrijven flink geld met de gebruikte content. Het resultaat: een systeem waarin rechthebbenden juridisch én praktisch buitenspel staan.
Het Parlement verwacht dat het Hof van Justitie binnenkort zal bevestigen dat AI-training geen rechtmatige TDM-activiteit vormt, precies de lijn die de rechtbank in München nu al lijkt te volgen. Daarmee groeit de kans dat AI-exploitanten in de toekomst voorafgaande toestemming of een licentie nodig hebben voor het gebruik van beschermde werken.
Het rapport gaat zelfs verder en pleit voor een nieuw wettelijk vergoedingsrecht, naar analogie van de thuiskopieheffing en het reprorecht. In dat model zouden AI-ontwikkelaars een collectieve vergoeding betalen op basis van transparante parameters zoals de omvang van hun datasets en de aard van de getrainde content. Zo’n regeling zou de impasse kunnen doorbreken waarin individuele licenties onuitvoerbaar zijn, maar makers nu helemaal geen aandeel krijgen in de waarde die AI genereert.
Internationale spiegel (Europa en de VS)
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, waar een groot deel van de AI-bedrijven staat gevestigd, bewandelen rechters momenteel uiteenlopende paden. In de Verenigde Staten beroepen AI-bedrijven zich primair op het ruime fair-use-beginsel, dat transformatieve toepassing van werken toestaat zonder toestemming. Daar wordt vooral gekeken naar de functie van het gebruik (analyse, parodie, creatie) en het effect hiervan op de markt. De recente schikking tussen Anthropic en een groep auteurs (ruim 1,5 miljard dollar), tezamen met het pleidooi van rechter Chhabria in de zaak Kadrey v. Meta, tonen aan dat ook in Amerika de grenzen van het auteursrecht worden bewaakt. Aan de andere kant laten de uitspraak van rechter Alsup in Bartz v. Anthropic en de opmerkingen van politieke figuren als Trump en Musk zien dat het Amerikaanse beleid nog verre van uitgekristalliseerd is. Een situatie waarbij AI-bedrijven vrij spel krijgen ten koste van de rechten van makers is naar Amerikaans recht dan ook nog niet uitgesloten.
Reflectie
De zaak GEMA v. OpenAI illustreert de structurele verschuiving in het Europese denken over AI en auteursrecht. Rechters, beleidsmakers en collectieve organisaties lijken zich te verenigen rond één uitgangspunt: de training van generatieve AI is geen neutrale analyse, maar een economische activiteit met creatieve input als grondstof.
Mocht de rechtbank haar voorlopige oordeel handhaven, dan is dit de eerste Europese uitspraak waarin expliciet wordt vastgesteld dat generatieve AI-training een auteursrechtelijke reproductie vormt, die niet kan worden gerechtvaardigd door een beperking. Dat zou niet alleen OpenAI dwingen tot licentieonderhandelingen, maar ook een precedent scheppen voor toekomstige zaken tegen andere aanbieders.
De bredere implicatie is duidelijk: waar de eerste generatie AI-systemen leerde van alles wat online stond, eist Europa nu dat de volgende generatie leert met toestemming en tegen vergoeding. Uitspraken als deze zullen op den duur bepalen hoe Europa de relatie tussen innovatie en auteurschap definieert.
Het definitieve oordeel volgt in november 2025. Kort daarna zal de Duitse rechter uitspraak doen in een vergelijkbare zaak die door GEMA is aangespannen tegen Suno, het bedrijf achter de veelgebruikte muziekgenerator met dezelfde naam. Voor de laatste ontwikkelingen kunt u terecht bij AI-Forum, waar we de voortgang van beide zaken op de voet volgen.
AI-forum 2025/3
Rechtbank Amsterdam dwingt Meta tot echte keuzevrijheid onder de Digital Services Act
Civiele handhaving van Europees platformrecht
Recent oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat Meta (het bedrijf achter Facebook en Instagram) Nederlandse gebruikers de mogelijkheid moet bieden om hun tijdlijn in chronologische volgorde te bekijken en...
De AI Apply- en AI in Science Strategy: twee strategieën om van Europa een ‘AI Continent’ te maken.
De EU lijkt in te zien dat het achterloopt op AI-terrein ten opzichte van China en de Verenigde Staten. Slechts 13,5% van de Europese bedrijven maakt gebruik van deze technologie, en bij mkb’s – de ‘ruggengraat’ van de Europese economie – ligt dit...
GEMA v. OpenAI: Duitse rechtbank zet punt achter ongelicentieerde generatieve AI-training
Op 29 september 2025 vond in München een zitting plaats die weleens het keerpunt in de discussie over generatieve AI en auteursrecht kan worden. OpenAI stond terecht tegenover de Duitse muziek-auteursrechtenorganisatie GEMA, die het bedrijf beschu...
Italiaanse AI-wet: de eerste EU-lidstaat met nationale wetgeving over kunstmatige intelligentie
In maart van dit jaar noemde premier Giorgia Meloni de komst van kunstmatige intelligentie de “grootste revolutie van onze tijd”. Volgens haar moest er daarom een “Italiaanse weg” worden ingeslagen om kunstmatige intelligentie te ontwikkelen, maar...
Google’s AI-summaries: een overzicht van alle klachten en procedures (antitrust, auteursrecht)
Dit artikel schept een overzicht van de belangrijkste juridische ontwikkelingen rond Google’s AI-samenvattingen, beter bekend als AI Overviews. De functie, wereldwijd uitgerold in 2024, plaatst bovenaan de zoekresultaten automatisch gegenereerde s...
Nationaal Data & AI Congres – donderdag 5 februari 2026
Wat betekenen de snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van data en artificiële intelligentie voor het juridische en bestuurlijke domein? Tijdens het Nationaal Data & AI Congres op donderdag 5 februari 2026 bespreken we samen met Astri...
Getty Images v. Stability AI: Britse rechter wijst brede inbreukclaim af
De High Court in Londen heeft op 4 november 2025 uitspraak gedaan in de zaak Getty Images v. Stability AI, de eerste grote Europese procedure over AI-training en auteursrecht. Getty stelde dat miljoenen van haar foto’s zonder toestemming zijn gebr...
AI en aansprakelijkheid: een analyse van de zaak Raine v. OpenAI
1. Inleiding
De dood van de zestienjarige Adam Raine in april 2025 heeft geleid tot een van de meest spraakmakende rechtszaken tegen een AI-bedrijf tot nu toe. Zijn ouders hebben OpenAI en CEO Sam Altman aangeklaagd wegens productaansprakelijkhei...
Reddit v. Perplexity: waar ligt de grens tussen open internet en onrechtmatige content-scraping?
Reddit heeft een rechtszaak aangespannen tegen Perplexity AI en drie datascrapingbedrijven: SerpApi, Oxylabs en AWMProxy, wegens het op grote schaal kopiëren van Reddit-content voor commerciële AI-toepassingen. De stap volgt enkele maanden na een ...
