Terug naar overzicht

Blog

Wetsvoorstel opt-out regeling: treedt Engeland in de voetsporen van de EU?

Elton John en Paul McCartney zijn een van vele artiesten die zich hebben uitgesproken tegen het voornemen van de Britse overheid om de bestaande auteursrechtelijke beperking op tekst- en datamining (hierna: TDM-beperking) te verruimen. Naar Engels recht mogen AI-exploitanten nu alleen ongelimiteerd tekst- en dataminen voor onderzoeksdoeleinden, tenzij makers hun werken daarnaast ook beschikbaar stellen voor tekst- en datamining voor commerciële doeleinden. Het wetsvoorstel maakt van deze opt-in een opt-out. Dat betekent dat werken, net als in de EU, standaard beschikbaar worden voor tekst- en datamining voor commerciële doeleinden. Alleen als makers daar uitdrukkelijk wat van zeggen, is dat anders. Het wetsvoorstel is nog niet zozeer concreet of aanhangig. De Britse overheid vraagt eerst namelijk om input vanuit de relevante partijen; zij wil er zeker van zijn dat een dergelijke regeling voldoende wenselijk en doeltreffend is voordat deze wordt doorgevoerd. 

 

De ratio van de wijziging

Naar huidig recht worden Engelse makers en auteursrechthebbenden ruim beschermd tegen de voor hen ingrijpende AI-industrie. Er is geen grijs gebied: AI-ontwikkelaars die hun systemen willen trainen op beschermd materiaal, moeten de betreffende rechthebbenden benaderen en, in de meeste gevallen, vergoeden. De ruime bescherming gaat tot op zekere hoogte ten koste van de ontwikkeling van (generatieve) AI. Die ontwikkeling vereist namelijk immense hoeveelheden data om succesvol te zijn. Als daarbij rekening moet worden gehouden met de individuele rechten van makers, creëert dat voor AI-ontwikkelaars een gigantische drempel om aan de slag te kunnen. Goed denkbaar is dat rechthebbenden zich laten vertegenwoordigen door collectieve beheersorganisaties die overkoepelende licenties afsluiten voor tekst- en datamining. Hoe veel dit in de praktijk gebeurt is echter lastig te zeggen. Het feit dat de Britse overheid van systeem wil veranderen wekt de indruk dat de AI-industrie naar huidig recht moeilijk op gang komt. Aan de creatieve industrie zal het niet liggen: zij heeft veel baat bij de huidige regelgeving en dat blijkt ook uit de weerstand die het wetsvoorstel bij haar oproept. Paul McCartney waarschuwt voor een “loss of creativity” als gevolg van implementatie van de wijziging. Daarmee doelt hij op de potentie van AI om op efficiënte wijze nieuwe werken te genereren die concurreren met de werken waarop de AI is getraind. 

 

Belangrijke aandachtspunten

Een belangrijke reden voor de consultatie van de Britse regering is de onzekerheid over de praktische uitvoering van de wetswijziging. Daarbij heerst er vooral angst dat de invoering van een opt-out regeling vergelijkbare chaos zal veroorzaken als in de rest van Europa. Hoewel de opt-out regeling bij ons al in 2019 is geïntroduceerd, heeft het tot aan de invoering van de AI-verordening geduurd voordat de details daarvan nader zijn vormgegeven. En nog altijd heerst er enige onzekerheid over bijvoorbeeld de reikwijdte van de opt-out: wanneer is een opt-out precies geldig en wanneer niet? Is een opt-out enkel geldig als deze in de broncode van een website staat gecodeerd, of volstaat een uitdrukkelijk voorbehoud in mensentaal ook? Dit zijn vragen die nu ook in Engeland leven. Hoe ruimer de grenzen voor de opt-out zijn, hoe lastiger het is voor AI-exploitanten om netjes aan de wensen van rechthebbenden te voldoen. Kunstmatige webcrawlers moeten iedere opt-out afzonderlijk interpreteren en op basis daarvan keuzes maken, dus dan is het niet ideaal als er veel variatie zit in de opt-outs. Tegelijkertijd kan er verdedigd worden dat de technologie van vandaag de dag daar prima toe in staat is en dat alleen maar meer zal zijn in de toekomst. Recent oordeelde de Duitse rechter nog dat het voor de hand ligt dat de opt-out in natuurlijke taal volstaat, aangezien ook deze taal machineleesbaar is voor AI (zie artikel “Tekst- en datamining vs auteursrecht: eerste rechtspraak”). Wellicht is het dan ook niet te veel gevraagd aan AI-exploitanten om rekening te houden met een breed scala aan opt-out mogelijkheden.

 

Duidelijkheid rondom de opt-out zal gepaard moeten gaan met transparantie vanuit de AI-industrie. Naar EU-recht moeten AI-exploitanten samenvattingen publiceren van de datasets die zij hebben gebruikt voor de ontwikkeling van hun AI-modellen (Art. 53 lid 1 sub d AI-verordening). Op deze manier kunnen rechthebbenden enigszins (de samenvattingen hoeven niet bijzonder gedetailleerd te zijn) in de gaten houden of hun opt-out wel wordt gerespecteerd. De Britse overheid zoekt een vergelijkbare oplossing en staat ook wat dit betreft open voor input.

 

Alternatieven?

Het is verstandig dat de Britse regering niet overhaast te werk gaat. De bestaande Europese opt-out wetgeving is nog verre van uitgekristalliseerd en heeft veel discussie opgeleverd. Lange tijd had de regeling weinig praktische betekenis, omdat rechthebbenden vrijwel onmogelijk konden toezien op de naleving van de opt-out door AI-exploitanten. Met de invoering van de AI-verordening hoopt de EU-wetgever de belangen weer in balans te trekken. Toch zijn er nog altijd mensen die pleiten voor alternatieve systemen, bijvoorbeeld waarbij tekst- en datamining niet aan voorwaarden is gebonden en waarbij makers op andere wijze worden beloond voor hun inzet. Op deze manier krijgen partijen waar ze recht op hebben zonder dat de ontwikkeling van AI wordt bemoeilijkt. Dit is nuttig omdat AI ontzettend veel maatschappelijke voordelen met zich meebrengt, waaronder voor de creatieve industrie zelf. Voor een uitgebreide bespreking van de mogelijke invoering van een dergelijk vergoedingssysteem, verwijzen wij u graag naar onze driedelige artikelenreeks over dit onderwerp.

AI-forum 2025/1